Koffie – het zwarte goud – is voor veel mensen niet uit hun dagelijkse routine te denken. Toen ik nog voor een werkgever actief was, dronk ik talloze kopjes per dag. Zonder echt na te denken over de gevolgen daarvan. En nee, dan bedoel ik niet over mijn gezondheid, want daar zijn de meningen nog steeds flink over verdeeld. Nee, ik bedoel over de gevolgen van dit steeds goedkoper wordende zwarte goud. Over het verschil tussen normale koffie en fairtrade koffiebonen die het juiste predicaat draagt. Die koersprijzen kelderen namelijk nog steeds. Heb jij je wel eens afgevraagd hoe dat kan?
Uitgeknepen koffie
Bij die lage prijzen moet er toch iemand inleveren. Laat ik meteen zeggen: ja, dat klopt. Iedereen in de hele keten levert in op de productie en handel van koffie. Het probleem is echter dat de ene partij dat ‘verlies’ wat beter kan hebben dan andere partijen! De boeren in de ontwikkelingslanden, waar de beste koffie vandaan komt, hebben het namelijk al helemaal niet breed. Zij moeten ieder dubbeltje al een paar keer omkeren om uberhaupt iets te eten te hebben. Door die scherpe koffieprijzen moeten ze dat dubbeltje misschien nog een of twee keer omdraaien om te kunnen eten. Dat is toch te bizar voor woorden?
Fair trade
De oplossing zit hem in eerlijke handel. Door ervoor te zorgen dat de mensen in die ontwikkelingslanden een acceptabel loon krijgen voor het werk dat ze verzetten. Dat is in een notendop wat Fair Trade betekent: dat mensen in de ontwikkelingslanden fatsoenlijk betaald krijgen voor hun werk. Een terechte ontwikkeling: waar hier iedereen zich bekommerd om het welzijn van de werkende mensen, is daar enkel het resultaat dat telt. Onder barre omstandigheden en onzekere financiële vooruitzichten moeten de mensen in ontwikkelingslanden zich helemaal uit de naad werken voor ons kopje koffie, dat wij uit gewoonte bij de vleet drinken. Dit filmpje laat heel goed zien hoe Fair Trade te werk gaat:
Toekomst
Door het feit dat boeren in ontwikkelingslanden een goede prijs krijgen voor hun producten (en ik heb het hier over koffie, maar die vlieger gaat natuurlijk ook op voor bijvoorbeeld rijst, cacaobonen en andere producten die hier simpelweg niet kunnen groeien). Doordat de boeren al een goede prijs krijgen, kunnen ze ook werken aan de toekomst voor hun gezin en hun bedrijf. Kinderen kunnen naar school, er is eten op de plank én de boeren kunnen – na flink wat sparen – investeringen doen in hun bedrijf, zodat ze beter worden en hun werk kunnen doen onder betere omstandigheden.