Als er iets is dat door corona ontzettend populair is geworden dan is het wel wandelen. In tijden van lockdowns was dat namelijk een van de activiteiten die je nog wel gewoon kon uitvoeren. Daarnaast is wandelen hartstikke gezond voor zowel volwassenen als kinderen. Ga je voor de eerste keer wandelen met kinderen dan is er misschien wel een aantal tips en tricks dat je kunt gebruiken. Denk bijvoorbeeld aan het meenemen van een bolderkar voor onderweg en aan het nemen van genoeg pauzes. In dit artikel geven we je enkele suggesties voor een fijne wandeling samen.
Kies voor een passende afstand van de wandeling
Waar volwassenen met een beetje training kilometers achter elkaar kunnen wandelen, is dat bij kinderen net even anders. Kinderen zijn namelijk, in tegenstelling tot volwassenen, volop in de groei. Dat betekent dat hun gewrichten en botten nog niet volgroeid zijn waardoor ze niet oneindig kunnen wandelen.
Over het algemeen wordt het volgende aangehouden om te bepalen hoeveel kilometer een kindje mag en kan lopen: de leeftijd van het kind in jaren geeft het maximale aantal kilometers van een hike of wandeling aan. Dat betekent dat een kind van zes zes kilometer kan lopen en een kind van acht maximaal acht kilometer. Let op: dit verschilt natuurlijk per kind dus kijk vooral wat jouw kind(eren) aan kan/kunnen.
Neem eten en drinken mee in een bolderkar of rugzak
Waar je ook rekening mee moet houden, is dat kinderen sneller moe worden van wandelen dan volwassenen. Dat komt omdat hun energiehuishouding net even anders in elkaar steekt. Daarbij hebben kinderen meer moeite met het afvoeren van hun warmte, waardoor het belangrijk is dat ze genoeg drinken (en eten).
Neem daarom altijd wat eten en drinken mee wanneer jullie een langere wandeling gaan maken. Denk aan een flesje water en een boterham of wat vers fruit. Dergelijke spullen kun je in een rugzak meenemen of in een bolderkar. Dat laatste is wel zo handig wanneer je kinderen bijvoorbeeld regelmatig hun jas aan en/of uit willen of wanneer je veel spullen mee hebt.
Pauzeer regelmatig – het liefst op een leuke plek
Als volwassene merk je zelf vaak al wel dat je na een tijdje wandelen toe bent aan pauze. Voor kinderen is deze behoefte nog groter. Om het uiteindelijk langer vol te houden, is het daarom belangrijk om regelmatig te pauzeren. Doe dit het liefst op een leuke plek zodat ze nog iets te kijken hebben of zelfs iets te doen hebben. Het kan helpen om de (wandel)schoenen even uit te trekken om vermoeide voeten tegen te gaan.
Houd er hierbij trouwens rekening mee dat je met een kind of met meerdere kinderen altijd langer onderweg bent. Ben je normaal ongeveer een uurtje kwijt aan vijf kilometer? Reken daar nu dan maar het dubbele voor. Zolang je daar goed op voorbereid bent en wat lekkers mee hebt in je rugzak of bolderkar is op deze manier samen kunnen wandelen natuurlijk helemaal geen probleem en juist hartstikke gezellig.
