Het is lente! Buiten zijn de eerste knoppen aan de bomen te zien en narcissen en krokussen schieten uit de grond. Dat kan maar één ding betekenen…. De lente is in aantocht! Wanneer de dagen langer en zonniger worden, is er ook meer te doen in de tuin: onkruid verwijderen, planten en maaien. Je gazon ligt er nu, zo vlak na het winterseizoen, waarschijnlijk niet al te best bij. Maar wij geven tips om in drie stappen je gazon er weer gezond en vol uit te laten zien.
Stap 1: Verticuteren
Na verloop van tijd hoopt plantaardig materiaal van resten gemaaid gras, afgestorven grassprieten, mos, onkruid en bladeren zich op tussen de grassprieten in je gazon. Dit materiaal vormt een viltlaag, welke je het beste jaarlijks kunt verwijderen. De viltlaag ontsiert niet alleen, maar beperkt ook de toevoer van water, zuurstof, zonlicht en voedingsstoffen naar de bodem en graswortels. Als gevolg daarvan groeit het gras minder goed en wordt het zwak.
Bij verticuteren ga je met een speciale machine verticale snedes maken in de gazonbodem. Zo maak je de bodem los en verwijder je de viltlaag. Lucht, water en voeding weet de wortels weer te bereiken daarna en je gras zal er zienderogen van opknappen.
De beste periode om te verticuteren is tussen maart en september. Bij een temperatuur van 10°C begint het gras te groeien. Het is aan te raden om te verticuteren wanneer het gras (en onkruid) nog niet snel groeit. Veel mensen verticuteren daarom aan het begin, in maart. Ze kunnen dan meteen plantaardig afval van de herfst en winter uit het gazon verwijderen, zodat het gras klaar is om te bemesten en eventuele beschadigingen voldoende tijd krijgen te herstellen. Verticuleer echter ook aan het einde van het jaar, om de grond voor te bereiden voor het najaar en de winter. Verticuteer in het najaar minder intensief, zodat je grasmat voldoende tijd heeft te herstellen voor de winterperiode begint
Verticuteer het liefst bij droog weer, als de grond droog is. Dan is de viltlaag het beste los te harken. Als de bodem erg nat is, dan is het lastiger om het groenafval eruit te halen. Maai eerst het gras kort op een lage maaihoogte. Zo voorkom je dat je gezonde grasplantjes mee verwijdert. Stel de werkdiepte van de verticuteer-as juist in, zodat de messen de grond net niet raken. Het is de bedoeling om de viltlaag te verwijderen zonder de ondergrond te beschadigen. Verticuteren doe je het best in twee richtingen. Een keer verticaal en in een tweede beurt horizontaal (haaks op de eerste richting). Op die manier haal je meer vilt uit het gazon dan wanneer je in één richting werkt. Het groenafval kan je nadien gemakkelijk onder je compost mengen of naar de milieu straat brengen.
Stap 2: Beluchten
Nu al het groenafval weg is tussen het gras, is het ideale moment aangebroken om het gazon te beluchten. Beluchten is het prikken van gaten in de grond, zodat voedingsstoffen, zuurstof en water niet alleen oppervlakkig, maar ook diep in de grond kunnen indringen. Opgehoopte kooldioxide kan beter uit de grond ontsnappen. Kortom, dé logische volgende stap in het grasonderhoud.
Kooldioxide
Wanneer de structuur van de bodem te dicht is, kan er onvoldoende verse lucht naar de wortels en hoopt kooldioxide zich op. Deze ophoping blokkeert de toevoer van zuurstof, water en voedingsstoffen, waardoor er steeds minder bij de wortels terecht komt. Zo kan het dat je bij droog en warm weer dorre plekken krijgt, terwijl je toch voldoende sproeit: het water bereikt de wortels niet. Gevolg: een uitgeput en afstervend gazon. Wie belucht, geeft het gazon letterlijk de kans weer te ademen.
Prik daarvoor gaten van tussen de vijf en tien centimeter diep, dat is voldoende om het gazon te beluchten. Als je minder aanhoudt, dan dring je niet door de toplaag van het grasveld heen en blijft kooldioxide zich ophopen. Voor de doorsnede is het handig één centimeter aan te houden. Herhaal dit iedere vier tot vijf weken, maar in ieder geval meerdere keren per jaar. Na het beluchten kan een extra sproeibeurt geen kwaad: de wortels zitten met smart te wachten op wat water. Dit is ook het moment om extra graszaad of gazonmest te strooien. Stop uiterlijk vier weken voor de grondvorst zich aandient. Dan wil je juist niet meer dat water te diep de grond in trekt en de wortels bereikt, om daar vervolgens te bevriezen.
Voor het prikken van de gaten gebruik je een gazonprikker. Prik hiermee om de zoveel centimeter in de grond. Een prikrol werkt heel prettig om snel meerdere gaten te prikken in de toplaag, maar gaat niet zo heel diep. Je beschadigt het gazon daardoor minder en kunt de prikrol vaker gebruiken, maar als de bodemstructuur erg dicht is, dan bereik je met de prikrol te weinig effect en is een gazonprikker of riek aan te raden.
Stap 3: Maaien
Nu het gazon gereinigd en gevoed is, is het zaak het gras regelmatig te maaien. Een fout die vaak wordt gemaakt door mensen wanneer ze hun gras maaien, is dat ze in één keer te veel van de grashoogte verwijderen. Voor een gezond uitziend gazon, is het beter het gras wat vaker te maaien en niet teveel ineens weg te halen. Je kunt hierbij de ‘een derde regel’ aanhouden.
De 1/3-regel
Het oppervlak van elke grasspriet werkt als een mini-zonnepaneel dat licht van de zon omzet in energie die het gras nodig heeft om in leven te blijven. Wanneer je meer dan een derde van de grashoogte afmaait, verwijder je dus eigenlijk een cruciaal deel van het oppervlak. Wanneer je de hoogte van de maaier instelt om alleen het bovenste derde deel te verwijderen, behoudt elk grassprietje voldoende oppervlakte voor de productie van energie. Het gebruikt deze energie vervolgens voor de groeiprocessen die ervoor zorgen dat het gazon er gezond en levendig uitziet.
Minder plagen
Door vervolgens de maaihoogte geleidelijk aan te verlagen, draag je bij aan de bescherming van het gazon tegen plagen. Wanneer teveel lengte van het gras in één keer wordt verwijderd, moet het gras energie uit de wortels halen om te groeien en zo te compenseren voor het verlies. Dit veroorzaakt stress voor het gras, waardoor het zwakker en vatbaarder voor ziekten wordt.
Voor tuinierders zijn er talloze betrouwbare en robuuste gazonmaaiers verkrijgbaar. Kies uit een ruim aanbod benzine- of elektrische maaiers en let bij de aankoop op de grootte van het gazon. Overweeg ook extra opties die helpen bij mulchen of gras opvangen (versus uitwerpen). Elektrische maaiers zijn stiller en hebben geen benzinedampen. Een maaier met een accu voorkomt gehannes met een kabel.
Wie voor een robotmaaier kiest, geeft het maaiwerk uit handen en zorgt er zo voor dat er met regelmaat gemaaid wordt, zonder dat dit veel tijd kost. Zo houdt je het maaien goed bij en voorkom je dat er ineens teveel van het gras wordt afgehaald.
Met een robotmaaier zoals de A3000 van STIGA heb je pas echt een sterk staaltje innovatieve technologie in handen. De robotmaaiers werken zelfs samen met satellieten, waardoor het aanleggen van grensbedrading door je tuin overbodig is. Ze berekenen zelf wat de beste maairoute is voor jouw tuin. De maaier weet wanneer en hoe je gras het beste gemaaid kan worden en zal daarom bijvoorbeeld niet maaien als er nog dauw op zit of in de volle zon. En ook niet ’s nachts, zodat gras kan herstellen en fauna niet gestoord wordt.
Op zoek naar coole gadgets?