Een paar weken geleden, toen de zon zich voor het eerst dit jaar weer eens goed liet zien, zag je overal mensen de tuin induiken. Tuincentra werden leeggekocht, het perkgoed werd in de tuinen gezet. En dat zet mij toch wel aan het denken. Ja, ook wij zetten jaarlijks eenjarige planten in de tuin, maar dan wel in potten en hanging baskets. In onze tuin staan enkel vaste planten, die zich ieder jaar verder ontwikkelen. Waar moet je op letten als je vaste planten kopen gaat?
Hoogte
Een belangrijke keuze is het formaat van de plant. Daarbij moet je zowel rekening houden met de hoogte als met de breedte. En dat is niet altijd even makkelijk in te schatten. We zijn al vaak afgegaan op de informatiekaartjes in tuincentra, die beloven dat een plant zo breed of zo hoog zou worden… om vervolgens veel groter te groeien of juist aanzienlijk kleiner te blijven. Dat hangt natuurlijk ook af van de grond en de voedingsmiddelen die ze krijgen, of het een goede, natte zomer is of juist een heel droge. Bouw je tuin op van laag naar hoog. Zet vooraan bodembedekkers of lage begroeïng neer en bouw telkens hoger op. Onder hogere struiken kun je trouwens prima lagere planten zetten, zolang ze elkaar maar niet verdrukken. Ikzelf vind een groene tuin het mooist en maak dankbaar gebruik van bodembedekkers. Dat voorkomt onkruid, houdt het water goed vast in de zomer én ziet er altijd verzorgd uit. Nee, geen ‘Nederlandse tuin’ voor ons met geharkt zand en af en toe een plant!
Locatie
Nog zo’n lastige keuze, waar iedereen toch wel een andere mening over heeft. Staat je plant in de zon of in de schaduw… of ergens daar tussenin? En met zonne-uren moet je ook rekening houden met het moment van de dag. Een ochtenzon is veel minder heftig dan een felle middagzon in het hartje van de zomer! Ik snap mensen ook niet zo goed die heel bij zijn met een tuin op het zuiden. Ik heb altijd moeite met het vinden van planten die in de volle zon staan! Denk daar dus goed over na en maak een zonneplan. Bepaal waar de zon staat op welk moment van de dag. Zo weet je welke delen eigenlijk altijd in de schaduw staan, welke zonneschijn krijgen en hoe je die met elkaar kunt combineren.
Grondsoort
De meeste mensen hoeven hier niet al te lang bij stil te staan. Een normale tuin heeft gewoon tuingrond. Toch is dat niet zo vanzelfsprekend. Onze wijk had bijvoorbeeld veel klei in de grond zitten. De voortuin is dan ook niets meer dan dat: kleigrond! En zo’n specifieke grondsoort is knap lastig, dat kan ik je wel vertellen. Tientallen planten besloten dat het ze te veel moeite kostte om goed te wortelen en gooiden het bijltje er bij neer. Misschien toch maar eens afgraven en opnieuw laten vullen met goede grond… aan de andere kant geeft het ook weer een voedingsbodem voor planten die het anders niet zo goed doen. Kijk bij het kopen van planten goed naar de grondsoort die ze willen. Moet die zuur zijn of juist kalkrijk? Combineer planten die eenzelfde grondsoort willen, zo kun je makkelijk en gericht bemesten.
Maak een plan van je tuin, maar houd je daar ook niet té strak aan vast. Je bent soms meer tijd kwijt met het zoeken naar die ene plant dan wanneer je er wat flexibeler instaat. Een ding is zeker: met vaste planten in je tuin maak je het jezelf een stuk makkelijker en zul je jarenlang genieten van je planten. Combineer verschillende bladsoorten, bloeiperiodes en plantsoorten met elkaar. Wees ook niet te voorzichtig met bodembedekkers, die zijn echt briljant en vormen een geweldige basis voor je tuin.
