Recensie: Een huis vol, Doro Gobel en Peter Knorr

De families in het prentenboek Een huis vol wonen in een geweldige buurt. En jij mag een dagje meekijken! Het boek vertelt het verhaal van de hele buurt, je leeft mee van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat. En op ieder moment van de dag is er wel iets anders te beleven. De mensen staan op, doen hun ding, genieten van de avond en het eten en gaan weer naar bed.

Maar ieder van de gezinnen in Een huis vol doet dat op zijn eigen manier. Hoe? Dat zie je met het doorkijkje in het huis: telkens wordt er van een ander huis een muur weggehaald, zodat je kunt binnenkijken. En kun je natuurlijk ook zien wat er met de andere huizen aan het pleintje gebeurt. Het grappige is dat je dan ook telkens een ander standpunt hebt, en dus de huizen van alle kanten gaat bekijken. En d’r is genoeg te zien en te beleven!

Een huis vol is dan ook niet zo maar een verhalenboek. Sterker nog: het is eerder een kijk-en bedenkboek dan een standaard prentenboek. Gluur overal naar binnen en leer Emma, Cem en al hun vrienden kennen! En probeer alle dingen te ontdekken: de geheimzinnige draaimolen, een zoekgeraakte dinoknuffel, een schildpad die wegraced, Alfred in zijn woonwagen, het tuinfeest van Jochem en Sibel… en nog veel meer.

Daardoor ontdekken kinderen dat ieder gezin en iedere familie hun eigen gewoontes en patronen heeft. Dit boek heeft dan ook niet één verhaal, maar vertelt er stiekem tien. Je kunt het stevige en grote kartonboek telkens weer opnieuw erbij pakken om nieuwe dingen te ontdekken. De illustraties strekken zich uit over twee pagina’s en zijn ontzettend gedetailleerd en nauwkeurig getekend. Soms is het even kijken welke huizen waar ook al weer staan, zeker omdat je er met een boogje omheen vliegt, maar dat zal de pret zeker niet drukken. Achter in het boek leer je de bewoners van de buurt alvast een beetje kennen – vooral even lezen, dat maakt de zelfverzonnen verhalen wel zo spannend! Ontdek ze, en veel plezier met gluren bij de buren!