Nederland is echt wel een aardappelland. Maar ook een beetje een land dat die achtergrond grotendeels vergeten lijkt te zijn. Want gemak dient de mens, en daarom duiken we liever de supermarkt in voor een standaard zak vastkokende of kruimige aardappelen dan dat we nog kijken naar de aardappelrassen. Daarvoor zul je toch echt de groenteboer moeten bezoeken! Daar vind je pareltjes als de Opperdoezer aardappel. Een ras met een bijzonder verhaal.
Opperdoes
De naam verklapt eigenlijk al meteen waar de aardappel vandaan komt: het Noord-Hollandse plaatsje Opperdoes! Daar groeien de Opperdoezer Ronde aardappelen in de grove grond (om preciezer te zijn: zavelrijke grond, ofwel mineraalrijke, klei-achtige grond), die in dit deel van Nederland veel voorkomt. Perfect voor bloembollen, maar dus ook voor aardappelen! En daar weten ze in Opperdoes wel raad mee, want ze oogsten ‘m al tientallen jaren – sinds 1860, om precies te zijn. Sinds 1996 is het zelfs een Europees beschermde oorsprongsbenaming.
Hoe smaakt de Opperdoezer Ronde?
De Opperdoezer Ronde is een vastkokende aardappel met een gele schil. Die gele schil is lastig zichtbaar, die zit namelijk verstopt onder een geduchte kleilaag. De aardappelen zijn overigens niet heel mooi rond, ze hebben soms diepe ogen en onregelmatige vormen. Dankzij de rijke grond bevat deze aardappel veel vitamines en hoogwaardige eiwitten… en weinig zetmeel. Daardoor is hij geschikt voor zowel koken als bakken, en wordt in gekookte vorm veelal met gesmolten boter geserveerd. De aardappel is ondanks zijn vastkokende eigenschappen zacht van structuur, met een zachte, romige smaak. Maar ook met een wat droge bite.
Zo eet je de Opperdoezer Ronde
Je kunt ze schrobben, maar als ze net als de onze zo vol zitten met klei, zal ook niemand je scheef aankijken als je ze schilt (of liever nog: schraapt). Door de structuur van de aardappel kan hij wat droog aanvoelen in de mond. Het is dan ook niet vreemd om juist dat droge tegen te gaan. Hoewel ze vroeger misschien dachten om de aardappel toegankelijker te maken met een stevige lepel jus, is dat zonde van de rijke smaak. Traditioneel worden ze dan ook gegeven met gesmolten boter, waar je de aardappelen in dipt voor je ze eet. Als makkelijker alternatief kun je ze ook met een laagje boter bedekken door ze na het afgieten in de pan terug te doen met een flinke klont boter, eventueel met wat tuinkruiden en wat Tafelgoud. Heb je nog aardappelen over? Dan zijn ze koud ook heerlijk in een salade! Combineer ze met een frisse yoghurtdressing of juist een scheutje goede olijfolie.
Op zoek naar coole items voor in de keuken?
Amazon.nl
