De afgelopen jaren hebben we heel wat ontwikkelingen gezien. Een van de meest opmerkelijke is wel de neergang van de markt voor compactcamera’s, terwijl fotografie juist trending is. Het delen van foto’s is nog nooit zo populair geweest… maar de meeste mensen gebruiken de smartphone voor hun fotografie. Die zetten op hun beurt dik in op het ontwikkelen van de ingebouwde camera, waardoor het zelfs een belangrijk testcriterium is geworden. Maar hoe goed je camera ook is – het is nog altijd de fotograaf die de foto maakt. Wij geven je tips om betere foto’s te maken met je smartphone, of je nu de nieuwste iPhone hebt of de een instapmodel Android.
1. Maak de lens schoon
Zien de foto’s er een beetje melkachtig uit? Dat kan zelfs op een iPhone Pro Max gebeuren. De oorzaak daarvan kan heel eenvoudig zijn. De lens van je smartphone is namelijk altijd zichtbaar… en vies voor je het weest. Je hebt het toestel steeds in je handen, vette vingers op de lens zijn een onoverkomelijk probleem. Zorg ervoor dat je die vieze plekken wegveegt voordat je begint te klikken. Het probleem van een vieze lens komt vooral voor als je zonnebrandcrème gebruikt – veeg het weg en je krijgt betere foto’s. Dit is ook erg belangrijk voor de camera aan de voorkant. Je wilt dat die selfies geweldig zijn, dus neem de tijd om het zweet of vet van de lens te vegen, zodat je er haarscherp uitziet.
2. Focussen
Focus maakt een foto. Ze kunnen haarscherp focussen op een onderwerp. Maar weet jouw smarpthone wat jij op de foto wil zetten? Waarschijnlijk niet. Neem de tijd om ervoor te zorgen dat datgene waarvan je een foto wilt maken, scherp is. Raak het even aan, waardoor je camera scherpstelt op het onderwerp naar jouw keuze. Doe je dat niet, dan zal je smartphone een onderwerp voor je kiezen. Kun je niet scherpstellen op een onderwerp? Dan sta je misschien te dichtbij. Probeer een beetje achteruit te gaan.
Met een speciale portretmodus op de camera zorg je gemakkelijk voor een scherptediepte-effect . Dat kan afleidende details van de achtergrond verwijderen en het onderwerp helpen opvallen, maar het kan er ook voor zorgen dat foto’s er een beetje nep uitzien. Bij veel telefoons kun je de sterkte van dit effect aanpassen. Daarbij krijg je over het algemeen betere resultaten als je het effect wat minder krachtig inzet.
3. Compositie
Bedenk waar je naar kijkt en je wil laten zien. Je kunt de afmeting en vorm van je foto achteraf gemakkelijk veranderen, maar als deze vol rommelige elementen is of als het niet duidelijk is waar je een foto van maakt, zal de foto er nooit geweldig uitzien. Denk na over wat jij wilt laten zien en wat je wilt dat mensen voelen als ze ernaar kijken.
Fotografen gebruiken vaak de regel van derden om het onderwerp in een ideale positie te brengen. Stel je de scène voor met een verdeling in 9 vakjes – in de camera-app van je Android of iPhone kun je dat heel makkelijk instellen. De belangrijke dingen moeten langs die lijnen komen, of – nog beter – op de kruising van die lijnen. Het is simpel en het werkt.
Er zijn nog andere eenvoudige trucs, zoals het gebruik van randen zoals hekken of paden om de kijker het beeld in te trekken en een groter gevoel van diepte te geven. Zorg er ook altijd voor dat de horizon recht is!
4. Kijk naar de zon
Zonnige omstandigheden zijn ideaal voor het maken van foto’s met een diepblauwe lucht en levendig groen, maar kijk waar de zon is als je je telefoon tevoorschijn haalt. Als je in de richting van de zon fotografeert, zou je wel eens een gigantische lensflare in beeld kunnen krijgen of een slechte foto door uitgebleekte hooglichten zonder detail… en heel harde schaduwen.
Heb je last van de zon? Gebruik je hand als zonneklep, zorg ervoor dat je ‘m niet ziet. Als je mensen fotografeert, kijk dan waar de schaduwen vallen en bedenk wat de mooiste kant is om een foto te maken – tegen de zon in fotograferen levert een silhouet tegen een mooie achtergrond. Je model naar de zon laten staren is ook niet prettig. De zon kan ook veel kansen bieden. Bij een lage zon kun je juist silhouetten en lange schaduwen maken voor een creatief effect.
5. Gebruik de flitser
De flitser op je telefoon is niet geweldig en in veel gevallen krijg je veel betere resultaten zonder te flitsen. Zeker in omgevingen met matig licht krijg je betere resultaten als je de flitser uitschakelt. Opnamen maken tijdens een concert of optreden? De flitser is te zwak om het podium te bereiken… waardoor je alleen het publiek op de foto krijgt. In een dierentuin door glas fotograferen? Met een flits krijg je niet alleen een slechte foto, maar maak je de dieren ook bang. Niet doen!
Flitseers kunnen ook handig zijn. Hij kan effectief zijn als je bij daglicht fotografeert en het onderwerp in de schaduw staat – het kan dan geweldige portretten opleveren. De flitser aan de voorzijde kan je vaak helpen een selfie te maken in donkere omstandigheden waar je anders helemaal niets zou krijgen. Hoewel we zeggen dat je 90 procent van de tijd beter af bent zonder, onthoud dat het er nog steeds is.
Op zoek naar coole gadgets?
6. Houd ‘m stabiel
Dit geldt voor elke camera. Als je de camera stabiel houdt, krijg je veel betere foto’s. Druk niet op de knop, houd je handen stil en neem de tijd. Hoewel veel telefoons nu optische beeldstabilisatie en AI-correctie voor bewegingsonscherpte bieden, is het nog altijd beter om je handen al stil te houden.
Hoe? Ondersteun de telefoon met twee handen in plaats van één, om te beginnen. Neem de tijd voor een foto in plaats van ‘m overhaast te maken. Je kunt je telefoon ook laten steunen op een tafel of muur. Er zijn mooie, kleine statieven beschikbaar voor smartphones, mocht je het wat serieuzer willen aanpakken.
7. Gebruik de nachtmodus
De nachtmodus is de grootste ontwikkeling in smartphonefotografie in de afgelopen 5 jaar. Hij werkt vooral goed met nieuwere telefoons. Fotografeer je in het schemer of duister en heeft je smartphone een nachtfunctie? Gebruik hem dan! Let wel op, deze functie heeft een langere sluitertijd. Voor bewegende onderwerpen of mensen is hij dus minder geschikt.
8. Gebruik de camerahardware van uw telefoon
Smartphones hebben steeds vaker meer lenzen, wat meer mogelijkheden biedt. Je kunt er vaak wat mee zoomen, maar hebben soms ook een groothoeklens, zodat je verder kunt uitzoomen. Sommige telefoons hebben een tweede camera voor “diepte”, maar trap daar niet in – we hebben liever een groothoeklens om geweldige foto’s te maken. Kijk wat je camera kan en gebruik de technieken. Ga niet blindelings uit van de standaard functies, maar neem het heft in eigen hand!
9. Software schiet te hulp
Alle smartphones gebruiken software of kunstmatige intelligentie om afbeeldingen op te poetsen en je aangenamere resultaten te geven. Het ene merk doet dit wat agressiever uit meer uitgesproken dan andere merken. Daarnaast zijn er talloze apps waarmee je foto’s kunt bewerken, zoals Google Photos of Apple Photos, maar je kunt meer aanpassen met apps als de gratis Snapseed of Photoshop Express.
10. Gebruik geen in-app camera’s
Gebruik de Instagram-camera niet. Als je een geweldige foto wilt maken en deze met je volgers wilt delen, gebruik dan je gewone telefooncamera om de foto te maken en voeg deze vervolgens toe aan Instagram of het platform waarnaar je de foto verzendt. Waarom? Omdat die apps niet alle mogelijkheden gebruiken die je telefoon biedt. Daardoor krijg je vaak een slechtere foto dan wanneer je hem met een echte camera-app schiet. Dan kun je namelijk gebruik maken van de beeldbewerking, zoomen en lenzen wisselen en de nachtmodus gebruiken. Wil je mooie foto’s delen? Schiet foto’s met een camera-app, bewerk ze en deel ze via Facebook, Instagram of welk ander platform dan ook.
Op zoek naar coole gadgets?
