logo-liggend-wit-donkerblauw-klein

Boek recensie: De Jongen die met Draken Leefde

De hoofdpersoon van het boek is Tomas (net als in De Jongen Die Draken Kweekte), die met zijn drie beste vrienden Kai, Kat en Ted en zijn ‘aartsvijand’ Liam als enige een draak heeft. De vier vrienden willen graag meer weten over hun draken en de drakenboom die bij de grootvader van Tomas in de tuin staat. Want het gaat niet goed met de boom. Het is zo erg dat Tomas zelfs denkt dat hij misschien doodgaat als het erger wordt. Daarom besluit het viertal om in de oude schuur te kijken of ze daar iets kunnen vinden en of de vorige bewoner van het huis ook al van de boom met draken wist. En ja hoor, daar blijkt dat de vorige en overleden eigenaar van het huis wist dat er een drakenboom in haar tuin stond. De vier vrienden wisten wel dat draken van as houden, maar toen Tomas een pot met een draak erop in de oude schuur van opa vond, ging hij verder denken. Misschien hielt de boom ook wel van as en had hij het gewoon nodig om te overleven. Dan zou het logisch zijn dat hij er zo verlept bijhing! Dus hij strooide de volgende morgen wat van het as rond de drakenboom heen en besloot om met zijn vrienden te gaan kamperen in de tuin van zijn grootvader. Zo kan hij zien of het iets doet.

Gigantisch ei

Maar die avond hoorden ze iets bij de boom. Tomas zag Liam met zijn draak die zijn groene, vergrotend gas uitspuwde op de boom. Maar toen hij beter ging kijken, zag hij dat het niet de boom was: het was een stuk drakenfruit dat groter en groter werd. Het drakenei was echt enorm! Toen besefte Tomas dat dat niet goed kon zijn voor de boom en dat het niet zijn schuld was dat de boom er zo slecht aan toe was. Tomas zei Liam dat hij dat niet moest doen, omdat het misschien niet goed voor de boom kon zijn. Maar Liam had daar geen boodschap aan. Hij was van plan om een hele grote draak te maken en niets of niemand zou hem tegenhouden. Liam trok het grote ei van de boom af en toen het exploderend uitkwam wat Tomas al gezegd had tegen zijn vrienden, zat Liam helemaal onder de smurrie. Toen ze de draak bekeken, viel het Kat op dat de draak groeide. Toen hij van een grootte van een kalkoen tot die van een walrus is getransformeerd, liet hij een enorme boer. De boeren van draken staan er bekend om dat ze heel erg stinken! Dus je snapt wel wat er met Liam, die het dichtste bij stond, gebeurde. En alsof dat al niet genoeg was, de reuzedraak liet een scheet met raketkracht en Liam vloog weg. Een ding wat Tomas zeker wist, is dat die draak weg moest! Maar zijn vleugels zagen er uit alsof ze het zware, dikke lijf van het beest niet konden verdragen als hij ging vliegen. Na wat opstartproblemen is het toch gelukt om met hulp van Fikkie, de andere draken en een beetje muziek de draak de lucht in te krijgen.

Thuis

Nadat de grote draak weg was, riep Tomas’ grootvader hem bij zich. Hij zij dat draken niet bij mensen thuishoren en dat ze terug moeten waar ze eigenlijk vandaan komen. Tomas vindt dat oneerlijk en laat dat horen. De opa van Tomas stelt voor om een middenweg te kiezen: tot dat de zomervakantie afgelopen is mogen ze de draken houden, maar daarna moeten ze weg. Tomas gaat ermee akkoord, maar stiekem wil hij het niet.


Recensie over De jongen die met draken leefde

Ik vind het een goed en spannend verhaal met veel humor en grappen en mooie illustraties. Zeker een aanrader. Ik vind het goed aansluiten op het eerste deel van de serie: De jongen die draken kweekte.

Score: 8


Ga direct naar De jongen die met draken leefde op BOL.com.


Boeken koop je bij je plaatselijke boekhandel.
Online bestellen kan onder andere op:

Informatie

De jongen die met draken leefde,
Illustrator: Sara Ogilvie
Uitgever: Lemniscaat, 231 pagina’s, hardcover.
Vanaf: 10 jaar. ISBN: 9789047710745. Prijs: 14.95 euro.

Geschreven door Tim

Tim is 15 jaar oud en zit in VWO 4. Hij houdt van sporten, tekenen en taal. Logisch dat lezen en schrijven ook daarbinnen past. Natuurlijk is Tim ook een gamer – maar niet de hele dag. Er moet immers ook genoeg tijd zijn om te eten en koffie te drinken! Het liefst zelfgemaakte, van vers gemalen bonen.