Dat Thé Tjong-Khing een groot illustrator is weet inmiddels iedereen. Niet voor niets heeft hij naast de Max Velthuijs-prijs 2010 onder meer drie Gouden Penselen, een Zilveren Penseel en de Woutertje Pieterseprijs gewonnen. Dat hij ook een meester is in het vertellen van verhalen was tot voor kort minder bekend. Inmiddels zijn er bij Gottmer al twee sprookjesboeken van zijn hand verschenen, waarin hij bekende sprookjes op een zodanige manier heeft herschreven dat zelfs kleuters ervan kunnen genieten. Om het feit te vieren dat Khing in september 2010 de Max Velthuijs-prijs heeft ontvangen, geven wij een prachtige verzamelbundel uit, waarin behalve de 22 sprookjes uit De sprookjesverteller en Meer verhalen van de sprookjesverteller 8 nieuwe sprookjes zijn opgenomen.
De dertig mooiste verhalen van de sprookjesverteller is misschien een beetje voorbarige titel. Dat het dertig uitzonderlijk mooie verhalen zijn, dat mag duidelijk zijn, maar waarschijnlijk heeft Thé Tjong-Khing nog wel wat meer in zijn mars dan deze hervertellingen. Binnen de serie sprookjesboeken van zijn hand zijn is dit wel een mooie (en ruime) selectie. Stuk voor stuk verhalen om van te smullen. Er wordt hierbij weinig tot de verbeelding overgelaten, iets dat in de oude vertellingen nog wel eens werd gedaan. Ooit afgevraagd hoe moeder geit eigenlijk wist waar de grote, boze wolf lag uit te rusten? En wat er met de wolf gebeurde toen hij in de put viel? Veel verhalen zeggen er niets over. Thé echter wel. Want, zo vertelt zijn versie: de wolf liep natuurlijk rond, nog met zijn poten vol meel. En dat is makkelijk te volgen in een bos! Voor mij en mijn kinderen was dat een echte openbarig. En wat gebeurde er met de wolf toen hij in de put viel? Hij ging natuurlijk dood, dat weet iedere volwassene, maar voor kinderen is dat niet altijd duidelijk. Thé vertelt het wel, en ook dat de geitjes dansten om dit feit van blijdschap.Hierdoor zijn de verhalen soms wat kort door de bocht, maar aan de andere hand zijn het juist heldere verhalen die zekerheid bieden.
De meeste sprookjes zijn echter van het lievere soort: De Kikkerprins, Assepoester, Doornroosje, Tafeltje dek je. Hierdoor zijn ze ook voor de jongere toehoordertjes goed voor te lezen. Bovendien zijn de verhalen niet erg lang, een minuutje of tien a vijftien lezen per verhaaltje. Op iedere bladzijde is een heldere illustratie te vinden die de betreffende passage verbeeld. De leeftijd van vier jaar vind ik voor sprookjes altijd wel aan te raden. De verhalen spreken namelijk over nog al wat dingen die ver van hun bedje liggen. Hoewel de fantasie van jongere kinderen bodemloze putten zijn worden de verhalen al snel voor waar aangenomen, en de moralen en lessen die geleerd worden vergen wel enig relativeringsvermogen. 4+ dus, maar dat geldt voor het gros van de sprookjes van weleer. Het boek is overigens buitengewoon mooi uitgevoerd: het ligt zwaar in de hand, een goed formaat (19x23cm) en heeft een mooie kwaliteit papier en een harde kaft: precies wat een sprookjesboek moet hebben!
Ga direct naar 30 mooiste verhalen van de verhalenverteller op BOL.com.
De dertig mooiste verhalen van de sprookjesverteller, Thé Tjong-Khing
Gottmer, september 2010, 272 pagina’s, hardcover.
Prijs: 24,95 euro. Leeftijd: vanaf 4 jaar. ISBN: 9789025748906
Boeken koop je bij je plaatselijke boekhandel.
Online bestellen kan onder andere op: